11. Gereedschappen, hulpmiddelen, PBM’s, test- en meetapparatuur

11.1 Gereedschappen, hulpmiddelen en PBM’s

Gereedschap en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) zijn cruciaal om veilig te kunnen werken met elektriciteit. Ze moeten voldoen aan strenge eisen om bescherming te bieden.

11.1.1 Bescherming tegen elektrocutie

  • Geïsoleerd gereedschap: Gereedschap zoals schroevendraaiers, tangen en sleutels met een isolerende laag over de handgreep. Deze laag voorkomt dat de gebruiker geëlektrificeerd wordt als hij een spanningvoerend deel aanraakt. De isolatie moet getest zijn tot 1000 V wisselspanning en gemarkeerd zijn met het 1000V symbool.
  • Geïsoleerde handschoenen: Beschermen de handen tegen contact met spanningvoerende delen. De mate van bescherming (klasse) staat op de handschoen vermeld.
  • Isolerende matten/laarzen: Bieden extra bescherming door de gebruiker te isoleren van de grond, waardoor een stroomkring niet kan worden gesloten.

11.1.2 Bescherming tegen een vlamboog

  • Vlambogen bestendige kleding: Speciaal ontworpen kleding die bestand is tegen de extreme hitte en de vlammen van een vlamboog. Het materiaal is zo gekozen dat het niet smelt of druppelt.
  • Gezichtsschermen en helmen: Deze beschermen het gezicht en het hoofd tegen de hitte, straling en rondvliegende deeltjes die vrijkomen bij een vlamboog.

11.1.3 Eisen aan gereedschap, hulpmiddelen en PBM’s

Gereedschap en PBM’s moeten voldoen aan internationale en nationale normen, zoals IEC 60900. Ze moeten regelmatig worden gecontroleerd en gekeurd op beschadigingen en correcte werking. De markering met de nominale spanning, het symbool van dubbele driehoekjes en de naam van de fabrikant zijn verplicht.


11.3 Test- en meetapparatuur

Meetinstrumenten zijn onmisbaar om de veiligheid van een elektrische installatie te controleren. De keuze van het juiste meetapparaat is cruciaal.

  • Fasevergelijkingsapparatuur: Wordt gebruikt om te controleren of er een faseverschil is tussen twee punten in een installatie. Dit is essentieel bij het koppelen van twee systemen.
  • Dubbelpolige spanningsaanwijzer: Een betrouwbaar meetinstrument om de aanwezigheid van spanning te controleren. Het is van cruciaal belang bij het spanningsloos maken van een installatie.
  • Multimeter: Een veelzijdig instrument dat verschillende waarden kan meten, zoals spanning (V), stroom (A) en weerstand (Ω). Het is een basisgereedschap voor de elektricien.
  • Beproevingsapparatuur: Apparatuur om een installatie te testen, bijvoorbeeld door het simuleren van een aardfout om een aardlekschakelaar te testen.
  • Stroomtang: Een instrument dat de stroom in een geleider kan meten zonder fysiek contact. De tang wordt om de geleider geklemd, waardoor het magnetische veld kan worden gemeten en omgezet in een stroomwaarde. Dit is zeer veilig en handig.
  • Draaiveldmeter: Dit instrument bepaalt de draairichting van een driefasen-installatie. Dit is essentieel bij het aansluiten van motoren om te zorgen dat ze in de juiste richting draaien.