Vermogen in een driefasenstelsel

Vermogen in een driefasenstelsel, ook wel bekend als krachtstroom of draaistroom, is de totale hoeveelheid energie die wordt geleverd aan een belasting via drie afzonderlijke wisselstroomcircuits. Deze circuits zijn 120 graden ten opzichte van elkaar in fase verschoven. Dit systeem wordt gebruikt voor apparaten die veel vermogen nodig hebben, zoals zware motoren en laadpalen voor elektrische auto’s.


De driefasenformule ⚡️
De formule voor het berekenen van het vermogen in een driefasenstelsel is afgeleid van de formule voor eenfasig vermogen en voegt een factor toe die rekening houdt met de drie fasen en de faseverschuiving.
De formule voor actief vermogen (P) luidt:

Waarin:

  • P = Actief vermogen in watt (W) of kilowatt (kW). Dit is het nuttige vermogen dat daadwerkelijk wordt omgezet in arbeid.
  • ≈ 1,732. Deze factor is essentieel omdat deze de relatie tussen de fasespanning en de lijnspanning in een driefasensysteem weergeeft.
  • = Lijnspanning in volt (V). Dit is de spanning tussen twee willekeurige fasen (bijvoorbeeld 400 V in Nederland).
  • = Lijnstroom in ampère (A). Dit is de stroom die door een van de fasen loopt.
  • = Arbeidsfactor (cosinus phi). Deze factor vertegenwoordigt de verhouding tussen het actieve vermogen en het schijnbare vermogen en geeft aan hoe efficiënt het vermogen wordt gebruikt. Voor resistieve (ohmse) belastingen, zoals een kachel, is
    Bij inductieve belastingen, zoals motoren, is deze factor lager dan 1, wat resulteert in blindvermogen.
    Belang van de formule
    De driefasenformule verschilt van de eenfasige formule door de toevoeging van de -factor. Deze factor is nodig omdat de lijnspanning in een driefasensysteem keer zo groot is als de fasespanning (de spanning tussen een fase en de nulgeleider).