Categorie: Stroomstelsels/veiligheidsketetens

  • S-Keten

    Binnen de elektrotechniek is een S-keten een elektrisch gescheiden stroomketen die wordt gevoed door een speciale beschermingstransformator. De “S” staat hier voor ‘Separate’ (gescheiden).

    Kenmerken van een S-keten

    • Volledige scheiding: De S-keten is volledig elektrisch gescheiden van andere stroomketens, inclusief de aarde en de beschermingsleiding (PE). Dit betekent dat de actieve delen van de keten nergens direct verbonden zijn met de aarde.
    • Spanningsbereik: De nominale spanning van een S-keten mag maximaal 500 V zijn.
    • Isolatiebewaking: Om de veiligheid te waarborgen, wordt vaak een isolatiebewakingsapparaat gebruikt. Dit apparaat controleert voortdurend of er geen verbinding met de aarde ontstaat. Als de isolatieweerstand te laag wordt, geeft het een alarm of schakelt het de stroom uit.
    • Fouttolerantie: Bij een enkele fout (bijvoorbeeld als een actieve draad de behuizing van een apparaat raakt) kan er geen stroom vloeien, omdat de keten niet is geaard. Dit voorkomt een elektrische schok.

    Toepassing

    S-ketens worden gebruikt in situaties waar een verhoogd risico op elektrische schokken bestaat, zoals in vochtige ruimtes, laboratoria en in de industrie. De veiligheid is gebaseerd op de afwezigheid van een retourpad naar de aarde. Zelfs als je een stroomvoerend deel van de keten aanraakt, zal er geen stroom door je lichaam lopen (zolang je niet tegelijkertijd een ander stroomvoerend deel of een geleidend voorwerp dat met aarde is verbonden, aanraakt).

    Verschil met SELV, PELV en FELV

    In tegenstelling tot de ELV-systemen (SELV, PELV, FELV) die werken met extra lage spanningen (maximaal 50V AC), kan een S-keten werken met hogere spanningen (tot 500V). De veiligheid van een S-keten is gebaseerd op de elektrische scheiding, niet op de hoogte van de spanning. Dit maakt S-ketens geschikt voor toepassingen met een hoger vermogen.

  • SELV, FELV & PELV

    In de elektrotechniek verwijzen SELV, FELV, en PELV naar verschillende soorten veiligheidscircuits die worden gebruikt om te beschermen tegen elektrische schokken. Het zijn systemen met een lage spanning, maar elk heeft een specifieke methode van aarding.

    SELV (Safety Extra-Low Voltage)

    SELV staat voor Safety Extra-Low Voltage. Dit is de veiligste variant van de drie, omdat het systeem volledig is geïsoleerd van het lichtnet en de aarde.

    • Kenmerken:
    • Maximale spanning: 50V AC of 120V DC.
    • Isolatie: Wordt gevoed door een speciale veiligheidstransformator met een verhoogde scheidingsisolatie. Er is geen elektrische verbinding tussen de primaire (ingangs) wikkeling en de secundaire (uitgangs) wikkeling.
    • Aarding: De kring is niet geaard en de actieve delen staan niet in verbinding met andere circuits of de aarde.
    • Toepassing: Vaak gebruikt op plekken waar een hoog risico op elektrische schokken is, zoals in speelgoed, medische apparatuur en badkamers.

    PELV (Protective Extra-Low Voltage)

    PELV staat voor Protective Extra-Low Voltage. Dit systeem heeft dezelfde lage spanning als SELV, maar de kring is wel geaard.

    • Kenmerken:
    • Maximale spanning: 50V AC of 120V DC.
    • Isolatie: Net als bij SELV wordt de voeding geleverd door een scheidingstransformator, maar de isolatie is niet per se verhoogd.
    • Aarding: De kring is wel geaard. Dit betekent dat de metalen behuizing van het apparaat is aangesloten op de aarde. Hoewel het apparaat geaard is, is het nog steeds afgeschermd van het lichtnet via de transformator.
    • Toepassing: Veel gebruikt in machines en industriële installaties, waar het aarden van de behuizing extra bescherming biedt, bijvoorbeeld bij kortsluiting.

    FELV (Functional Extra-Low Voltage)

    FELV staat voor Functional Extra-Low Voltage. Dit systeem heeft een lage spanning, maar het heeft geen extra bescherming tegen elektrische schokken.

    • Kenmerken:
    • Maximale spanning: 50V AC of 120V DC.
    • Isolatie: Het systeem is niet gescheiden van het lichtnet door een veiligheidstransformator. De voeding kan bijvoorbeeld direct uit een gewone transformator komen of een spanningsdeler.
    • Aarding: De kring kan geaard zijn, maar dit is niet primair voor de veiligheid.
    • Toepassing: Wordt alleen gebruikt in situaties waar de lage spanning op zich voldoende is voor de veiligheid, zoals bij de bediening van bepaalde signaleringssystemen of in elektronica waar aanraking met de stroomvoerende delen onmogelijk is. Omdat het geen extra bescherming biedt tegen stroomschokken, worden extra maatregelen (zoals de plaatsing van het circuit) vereist.

    Overzicht in tabelvorm

    SysteemSELVPELVFELV
    Volledige naamSafety Extra-Low VoltageProtective Extra-Low VoltageFunctional Extra-Low Voltage
    IsolatieVerhoogde isolatieGescheiden van lichtnetGeen scheiding van lichtnet
    AardingNiet geaardGeaardOptioneel geaard
    VeiligheidHoogste beschermingHoge beschermingGeen bescherming
    ToepassingSpeelgoed, medische apparatuurIndustriële machinesSpeciale elektronische circuits